De duif tikt gewoon op het raam. Alsof hij aanklopt. “Dat is mijn vriend. Hij is gewend dat ik hem voer,”, zegt Alex terwijl hij het raam opendoet en de duif uit zijn hand laat eten.
Die duif zal hem nog missen. Want de duif komt iedere dag; koffietijd, vaste prik. En Alex vertrekt binnenkort naar Armenië. “Misschien kunnen de anderen de nieuwe mensen op deze kamer straks zeggen wat hij graag eet”, peinst Alex. Ondertussen snijdt hij fruit voor zijn menselijke bezoek. Mens en duif worden gastvrij onthaald. Heel Armeens dit: gasten krijgen goed te eten.
Armenië is het geboorteland van zijn vader, de 53-jargie Alex is er zelf nog nooit geweest. Toch hoopt hij daar een nieuw leven op te bouwen als beeldend kunstenaar. Hij schildert (al zijn hele leven), maakt sculpturen & plastieken en beoefent textiele kunst.
Op de kleine kamer barst het van de schilderijen: landschappen, bloemen, religieuze afbeeldingen, portretten, dieren. Opmerkelijk genoeg geen duif, trouwens. Wel Armeense landschappen, nageschilderd van afbeeldingen op internet. Alsof hij zich vast inleeft.
Daar een Drents landschap, de kleuren springen uit het schilderij. En hoog aan de muur een stilleven dat toch echt veel heeft van een Helmantel, de beroemde schilder. “Ik heb Henk Helmantel ontmoet”, vertelt Alex, “Het is een heel inspirerende man. Ik mocht in zijn atelier kijken. Het was zo’n mooie ervaring. Daarom heb ik ook een schilderij in die sfeer gemaakt.”
Zo even. Gewoon even een stilleven à la Helmantel schilderen. Hij zegt het zonder pochen. Het is zoals het is. Hij ziet kunst, hij ziet stijlen en technieken, ze inspireren hem en hij adopteert ze. Als vanzelf. Zo staan er bijvoorbeeld ook werken in de sfeer van De Ploeg, het bekende Groningse kunstenaarscollectief.
Zijn kunst is de reden dat hij er nu voor kiest om naar Armenië te emigreren. Je naam op een kunstwerk moet wat betekenen, vindt hij. Maar Alex heeft nu geen paspoort, geen erkende identiteit. Zijn handtekening is daarmee voor zijn gevoel zonder waarde. In Armenië hoopt hij na verloop van tijd een Armeens paspoort te krijgen, nu hij toestemming heeft gekregen zich daar te vestigen. Dan zal zijn naam eindelijk waarde hebben.
“Ik ben iedereen zo dankbaar voor wat ik hier ontvangen heb, het eten, het bed, de kamer, de materialen. Dank je wel, Groningen!” Hij slaat zijn hand tegen zijn borstkas, op de plek van zijn hart. Daarom geeft hij dit interview: om afscheid te nemen met een oprecht ‘dankjulliewel’.
“De wereld is groot”, zegt hij met een weids gebaar, “maar misschien kom ik mijn Nederlandse vrienden nog wel eens tegen. Want Nederlandse mensen, dat zijn míjn mensen. Goede mensen.” Hij wordt er emotioneel van. Hij zal alle mensen missen. Maar als hij straks een paspoort heeft, en een leven opgebouwd, kan hij misschien nog wel eens op bezoek komen. Hij durft het bijna niet hardop te zeggen.
Fotobijschrift:
Alex exposeerde op diverse plekken in Groningen, onder meer hier bij de GGD Groningen.
