Een overheid die jou wantrouwt, regeltjes rigide toepast en de menselijke maat vergeet: asieladvocaten publiceerden er eerder deze maand een bundel over, Edona kan er van meepraten. Ze vroeg hier asiel aan, kwam de liefde van haar leven tegen, verloor hem aan kanker en probeert nu al 11 jaar een verblijfsvergunning te verkrijgen. “Je voelt je een crimineel.”
Haar verhaal zou niet misstaan in de bundel die asieladvocaten eerder deze maand aanboden aan de Tweede Kamer en de Raad van State: ‘Ongehoord: onrecht in het vreemdelingenrecht’. De bundel toont hoe de Nederlandse overheid vreemdelingen regelmatig net zo slecht behandelt als de slachtoffers in de toeslagenaffaire. Het eerste punt is dat migranten bij voorbaat worden weggezet als oplichters. Het tweede punt is dat de overheid rigide vasthoudt aan regeltjes. Edona – kortweg Dona – kan van beide meespreken.
Ze vraagt in 2010 asiel aan in Nederland. In de oorlog in Kosovo is ze – zoals zovele vrouwen – verkracht door Serviërs. Dona is nu een schande voor haar familie, zeggen haar broers: “Waarom pleeg je geen zelfmoord?” Ze terroriseren haar en slaan haar geregeld in elkaar. Als ze op haar werk ook nog bedreigd wordt, breekt er iets. Ze vlucht.
Eenmaal in Nederland vertelt ze haar verhaal. Hoe moeilijk ook, met posttraumatisch stresssyndroom. Maar de IND gelooft Dona niet en wijst haar aanvraag in 2012 af. “Ze dachten dat ik dit verzon.” Ze huilt. “Dat doet zoveel pijn. Ik ben een eerlijke vrouw. Ze doen alsof je liegt. Je voelt je een crimineel.”
De rechtbank verklaart Dona’s beroep gegrond. Dat gebeurt niet vaak. Maar de IND procedeert door en in 2013 beslist de Raad van State in het voordeel van de dienst. Dat gebeurt wél heel vaak. Niet voor niets is de bundel ‘Ongehoord: onrecht’ ook aangeboden aan de Raad van State. De kritiek is dat die te veel meegaat met de IND.
Intussen heeft Dona Ylli ontmoet; Kosovaar en vanaf zijn 16de hier. Hij is gescheiden, heeft twee dochters en werkt als lasser. Ze toont foto’s van een innig gelukkig koppel. Haar handen om zijn gezicht op de ene foto, zijn armen om haar middel op een andere. Ze verloven zich. Het noodlot slaat precies 4 dagen voor de trouwdag in 2015 toe.
Ylli blijkt uitgezaaide kanker te hebben en is niet meer te redden. Ze kunnen het amper geloven. In de maanden daarop verzorgt Dona haar man. Draagt hem op haar rug naar de douche om hem te wassen. Binnen 7 maanden is Ylli dood. “Onwerkelijk. Een slechte film.”
Ylli blijkt veel geld te hebben geleend: voor verbouwing, voor de studie en vakanties van zijn dochters, enzovoorts. Het huis wordt verkocht om alle schulden af te lossen. Dona staat op straat. Zonder inkomsten. En zonder verblijfsvergunning. De procedure voor een vergunning voor ‘verblijf bij partner’ is eerder gestrand op de regeltjes. Wie bij een partner hier wil verblijven, moet nog in het land van herkomst een ‘machtiging voorlopig verblijf’ aanvragen. Dat heeft Dona niet gedaan; ze kende Ylli toen nog niet.
Zo komt ze bij Op ’t Stee in Emmen terecht, de opvang voor asielzoekers in nood die in 2018 overgaat naar INLIA. Met alleen nog de foto’s van gelukkige tijden met Ylli in de telefoon. Pas een jaar na zijn overlijden lukt het haar om de draad weer op te pakken. Ze dient een aanvraag in om hier te mogen blijven op humanitaire gronden. Te laat vindt de IND, en wijst de aanvraag in 2017 af.
Het bezwaar, waarin de advocaat ook Dona’s PTSS aanvoert, wordt ongegrond verklaard. Voor de IND is PTSS geen ernstige medische toestand. De advocaat legt zich er niet bij neer; er loopt een nieuwe procedure. Dona zelf durft ondertussen niet te hopen. “Het was beter geweest als ik was gestorven aan corona”, zegt ze. Ze is moe, op, ziet geen lichtpuntjes meer. Al heeft ze een goede advocaat en staat INLIA haar bij. “Goede, serieuze, mensen”, zegt ze.
INLIA geeft de moed niet op.