Kinderkring – Veertigdagentijd: Wie? Wat? Waar!

Wie is Jezus? Die vraag staat centraal in de verhalen die we dit jaar op weg naar Pasen lezen. Jezus was een timmerman, maar Hij vertelde ook over God en deed wonderen. Hij wordt een profeet genoemd, maar Hij laat ook toe dat een vrouw die een slecht leven leidt zijn voeten wast. In verschillende Bijbelverhalen zijn de mensen om Jezus heen in verwarring. Hoe kan het dat deze man sterker is dan de wind en het water, zonden vergeeft, en zegt dat Hij bij God vandaan komt? Wie is Hij toch? In het veertigdagenproject van Bijbel Basics gaan we op zoek naar antwoorden op die vraag. We doen dit aan de hand van Bijbelteksten die ook al iets laten zien van de weg die Jezus aflegt naar het lijden en sterven aan het kruis én zijn opstanding. Het draait daarbij steeds om deze vragen: Wie is Hij toch? Wat denken de mensen om Jezus heen? En wat is waar, welke waarheid ontdekken we over Jezus?

Op de eerste vier zondagen lezen we Bijbelverhalen waarin verschillende mensen zich afvragen wie Jezus is en wat het betekent wat Hij zegt en doet. In deze weken is er de ene week kinderkring voor de onderbouw en de andere week voor de bovenbouw. De laatste drie zondagen (week 5, 6, en 7) hebben we een dubbele kinderkring: onder- en bovenbouw ieder in een eigen zaal. Op de vijfde zondag stelt Jezus zelf deze vraag aan zijn leerlingen: Wie zeggen de mensen dat Ik ben? Op Palmzondag lezen we over Jezus die als een koning Jeruzalem binnenrijdt. Het paasfeest vieren we met het verhaal van de Emmaüsgangers, die Jezus ontmoeten en Hem uiteindelijk herkennen als de opgestane Heer.

Ga je, samen met de kinderen, mee op zoek naar wie Jezus is?

Tijdens dit project lezen we de volgende teksten uit het Nieuwe Testament:

– Zondag 1: Hij is toch die timmerman? (Marcus 6:1-6)
– Zondag 2: Wie is Hij, dat de wind en het water Hem gehoorzamen? (Marcus 4:35-41)
– Zondag 3: Wie is Hij, dat Hij de zonden van mensen vergeeft? (Lucas 7:36-50)
– Zondag 4: Hoe kan Hij zeggen dat Hij uit de hemel komt? (Johannes 6:25-36, 41-51)
– Zondag 5: Wie zeggen de mensen dat Ik ben? (Matteüs 16:13-17, 20-21)
– Zondag 6: Wie is Hij, dat Hij als een koning Jeruzalem binnenrijdt? (Matteüs 21:1-11)
– Zondag 7: Hij is opgestaan, het is echt waar! (Lucas 24:13-35)

Voor het kindermoment in de kerk is er een kerkraam. Elke zondag van de veertigdagentijd kan er een venster worden geopend, waarbij een raampje met een illustratie zichtbaar wordt. Zo wordt stukje bij beetje meer zichtbaar wie Jezus is en wie Hij voor ons wil zijn.

Wil je thuis meedoen? Dat kan – op shop.bijbelgenootschap.nl kunt uzelf een boekje en poster bestellen.

Kinderkring – Verhaal en knutsel tweede adventszondag

Bezoek van een engel

Weet jij waar de hemel is? Vast niet helemaal precies.
Maar dat hoeft ook niet; want God weet wel de aarde is.

Op een dag, lang geleden, stuurde God zijn engel Gabriël naar de aarde. Naar de stad Nazaret, naar een vrouw die Maria heette.
‘Dag Maria’, zei de engel tegen haar. ‘Jij hebt geluk. Het allergrootste geluk. Want de Heer kent jou. Hij is bij jou.’

Maria schrok van de engel. Ze sloeg een hand voor haar mond en hield haar adem in. Maar de engel zei: ‘Wees maar niet bang, Maria. Je zult een kind krijgen, een heel bijzonder kind. Noem hem Jezus. Hij zal de Zoon van God genoemd worden en Hij zal voor altijd koning zijn van de mensen die bij God horen.’

Maria wreef even over haar buik. ‘Een kindje krijgen?’ fluisterde ze. ‘Maar hoe kan dat dan?’ ‘Omdat God het wil’, antwoordde de engel. ‘Hij zal ervoor zorgen. En weet je Maria? Jouw tante Elisabet krijgt ook een kind. Iedereen dacht dat dat niet kon, want ze is al zo oud als een oma. Maar toch gaat het gebeuren, want bij God kan alles.’

Maria knikte. ‘Dat weet ik’, zei ze. ‘Het zal gaan zoals u gezegd hebt. Ik wil de Heer dienen.’

Daarna ging de engel weer weg. Waarheen? Dat weet ik niet precies. Maar dat hoeft ook niet. Als God maar weet waar wij zijn!

 

Knutsel: we maken een mooie raamhanger van een engel!

  • Kleur de afbeelding in met de kleuren die jij het mooist vindt.
  • Als het af is kun je de tekening inwrijven met slaolie – dat maakt hem doorzichtig.
  • Knip een rand uit een ander vel, en zorg voor een gat in het midden, zodat je de raamhanger wel vast kunt plakken, maar het licht er nog door kan schijnen.
  • Plak de gekleurde en geoliede tekening erop.
  • Maakt er een lint aan het hang hem voor het raam!

Op facebook vind je een uitgebreider werkblad om te printen.

Klik op de afbeelding om het blad te openen en daarna af te drukken.

Kinderkring – Verhaal en knutsel eerste adventszondag

Zacharias in de tempel

Zacharias gaat elke dag naar de tempel. Daar werkt hij. Zacharias is een priester. Hij zorgt ervoor dat de tempel schoon is. Hij praat met de bezoekers. En hij maakt offers. Dan maakt hij een vuurtje. Op dat vuurtje legt hij lekker ruikende kruiden. De rook gaat omhoog, naar de hemel. Het is een cadeau voor God.

Ook vandaag gaat Zacharias aan het werk. Hij doet de deur open en gaat op weg. Hij draait zich nog een keer om en zwaait naar Elisabeth. Dat is zijn vrouw. ‘Dag, tot straks!’ Elisabeth zwaait terug. Vandaag zwaait Zacharias nog harder dan normaal, zo blij is hij. Want vandaag mag Zacharias naar een bijzondere plek in de tempel. En daar mag hij een offer maken.

Hij alleen! Dat is een hele eer. Trots loopt Zacharias verder. Hij loopt zo snel als hij kan naar de tempel toe. Het gaat alleen niet meer zo héél snel, want Zacharias is al oud.

Bij de tempel staan al veel mensen te wachten. Ze willen allemaal een beetje in de buurt zijn als Zacharias het offer gaat brengen. Ze lachen naar hem en knikken trots. Ze bidden samen. Dan gaat Zacharias de tempel in. Hij alleen.

Het is stil in de tempel. Zacharias doet even zijn ogen dicht. Wat is het fijn om hier te zijn. Hij pakt houtjes bij elkaar en maakt een vuurtje. Even hoort Zacharias een geluid. Hij kijkt op. Hij ziet een engel staan. Zacharias schrikt heel erg. Hij doet zijn handen voor zijn ogen en bibbert.

‘Je hoeft niet bang te zijn,’ zegt de engel. ‘Ik heb goed nieuws voor jou.’ Heel voorzichtig kijk Zacharias door zijn vingers. De engel vertelt verder. ‘Jij en Elisabeth willen toch graag een kindje? Goed nieuws! Dat gaat gebeuren. Jullie krijgen een zoon. Johannes moet hij heten. Johannes zal heel belangrijk zijn. hij laat mensen de goede weg zien. De weg naar de Heer. Johannes zal jullie blij maken. Hij zal heel veel mensen blij maken!’

Nu houdt Zacharias zijn handen in de lucht. ‘Ik snap het niet,’ zegt hij. ‘Elisabeth en ik zijn al zo oud. We zijn zo oud als opa’s en oma’s zijn. Dan kunnen we toch geen kindje meer krijgen?’

De engel zegt: ‘Ik ben Gabriël. Ik ben altijd bij God in de buurt. God heeft dit aan mij verteld en daarom vertel ik het aan jullie.’

Zacharias kijkt nog steeds verbaasd. Hij wil wat zeggen, maar het lukt niet. Zijn tong doet raar.

‘Omdat je niet gelooft wat ik zeg, zit je mond op slot,’ zegt de engel. ‘Je kunt niet meer praten. Totdat Johannes geboren is.’

Zacharias gaat naar buiten. Daar wachten de mensen ongeduldig op hem. ‘Waar bleef je zolang?’ vragen ze. Maar Zacharias kan het niet vertellen. Hij probeert met zijn handen te vertellen wat er is gebeurt, maar de mensen snappen het niet. ‘Daar in de tempel is vast iets bijzonders gebeurt,’ zeggen ze tegen elkaar.

Een tijdje later is Elisabeth zwanger. Elisabeth is zo blij. Ze krijgen eindelijk een kindje!’

 

   

Klik op de sterren om het blad te openen en daarna af te drukken.