NPB 93: 1, 2, 3 (De HEER is koning tot in eeuwigheid
Gebed
L. Kol. 2: 20-3: 10
Preek
Gez. 157: 1, 2, 3 (Eens zal het vrede zijn)
Wet
NBP 16: 2, 3 (U vult mijn beker, wat een overvloed)
Gebed
Collecte
Lb 728: 3 (Die van de aarde vrijgekocht)

Als u met Christus dood bent voor de machten van de wereld, waarom laat u zich dan geboden opleggen alsof u nog in de wereld leeft? ‘Raak dit niet aan, proef dat niet, blijf daarvan af’ – het zijn menselijke voorschriften en principes over zaken die door het gebruik vergaan. Dat moet allemaal voor wijsheid doorgaan, maar het is zelfbedachte godsdienst, zelfvernedering en verachting van het lichaam; het heeft geen enkele waarde en dient alleen maar tot eigen bevrediging. Als u nu met Christus uit de dood bent opgewekt, streef dan naar wat boven is, waar Christus zit aan de rechterhand van God. Richt u op wat boven is, niet op wat op aarde is. U bent immers gestorven, en uw leven ligt met Christus verborgen in God. En wanneer Christus, uw leven, verschijnt, zult ook u, samen met hem, in luister verschijnen. Laat dus wat aards in u is afsterven: ontucht, zedeloosheid, hartstocht, lage begeerten en ook hebzucht – hebzucht is afgoderij -, want om deze dingen treft Gods toorn degenen die hem ongehoorzaam zijn. Vroeger hebt u ook die weg gevolgd en zo geleefd, maar nu moet u alles wat slecht is opgeven: woede en drift, vloeken en schelden. Bedrieg elkaar niet, nu u de oude mens en zijn leefwijze afgelegd hebt en de nieuwe mens hebt aangetrokken, die steeds vernieuwd wordt naar het beeld van zijn schepper en zo tot inzicht komt.