OnderWeg jaargang 5 nummer 4
Welk beeld van God heb jij? We spreken, zingen en denken over God in beelden. Die beelden zijn ontstaan in de geschiedenis van God met zijn mensen, maar ze kunnen clichés worden die steeds minder aan het leven raken. Een beperkt aantal of alleen veilige beelden van God beperken ons leven met Hem. Het is belangrijk dat we af en toe verontrust worden. Gestolde beelden van God maken God ook ongeloofwaardig. Voor steeds meer mensen in Nederland is Hij onvoorstelbaar geworden. Daarom wijdt OnderWeg een themanummer aan het beeldend spreken over God.
Wat gebeurt er als we God zien als waterbekken, als worstelaar, als licht, als mot, als drilsergeant? Pieter Kleingeld voert in het eerste thema-artikel een pleidooi om minder bekende Bijbelse beelden van God tot ons te laten doordringen, omdat het ons gebed stimuleert, ons beeld van God verdiept en ons leven met Hem verandert. ‘Wanneer ik bid tot God als de arend onder wiens vleugels ik schuil, dan bid ik anders dan wanneer ik tot God bid als mijn drilsergeant.’
Veel mensen geloven nog wel dat er iets is, maar hebben geen idee wat dat dan zou moeten zijn. Hoe spreek je in zo’n context over God? Volgens Aad van Egmond, emeritus hoogleraar systematische theologie aan de VU, moeten we beginnen bij de liefde. ‘Als er goedheid en liefde is, dan is dat een blijk van Gods aanwezigheid.’
Christelijke liederen veronderstellen en maken gebruik van allerlei godsbeelden. Wat is de visie van christelijke liedschrijvers hierop? Hoe gaan zij om met die godsbeelden? OnderWeg legde vijf vragen voor aan André F. Troost, Ria Borkent en Hans Maat (van Sela). ‘Alles wat ik over God zeg, in proza, poëzie, preken of in gedichten, slaat altijd de plank mis. Dus probeer ik zo aandachtig mogelijk de Schrift te lezen.’
In de rubriek Ontmoeting deze keer een gesprek met kinderboekenillustrator Marjolein Hund. Dat de kleuren van de regenboog haar als kind al inspireerden, is niet zo verwonderlijk. Maar dat juist dit kleurrijke symbool in een periode van diepe rouw een totaal nieuwe wending aan haar leven zou geven, verwondert haar nog altijd.
De rubriek Jeugdwerk gaat over de vraag of je als catecheet weet wat jongeren geloven. Welke vragen hebben ze? Hoe ervaren ze het geloof? Als jeugdwerker mag je met jongeren meelopen in een periode die cruciaal is voor de ontwikkeling van hun identiteit. Dat vraagt
van de jeugdwerker een onderzoekende houding.
Verschillen van opvatting kunnen in de kerk makkelijk leiden tot conflicten, als we onze eigen mening – ‘die is immers gebaseerd op de Bijbel’ – zien als de waarheid en niet bereid zijn naar de mening van de ander te luisteren. Emeritus hoogleraar aan de VU Jan Veenhof bespreekt de vraag hoe we in de gemeente vruchtbaar met meningsverschillen kunnen omgaan. ‘De ontmoeting met anderen, met hun eigen bevindingen en ontdekkingen, is een uitdaging die je verrijkt.’
Ga naar onderwegonline.nl/gratis voor een gratis en vrijblijvend proefabonnement.